JOSEF JOSEF - JOSEF JOSEF

Vijfentwintig jaar en acht platen lang was violist Eric Slabiak samen met zijn ook al viool spelende broer Olivier het gezicht van Les Yeux Noirs, de band die voor velen de kennismaking betekende met jazz Manouche, maar die net zo goed Yiddische en Klezmzerliederen en -melodieën naar vandaag vertaalde. Na een kwart eeuw besloot Eric dat het tijd was voor iets anders en hij vormde Josef Josef, een kwintet, waarin van de oude Yeux Noirs alleen Frank Anastasio overbleeft. Die ruilde de bas in voor de gitaar en zingt ook een deel van de nummers, die verder ingespeeld worden met accordeonist Dario Ivkovic, bassist Jérôme Arrighi en drummer Rémi Sanna.

De band is, net als Les Yeux Noirs destijds, genoemd naar een bestaande song, in dit geval “Oy Yossel, Yossel”, een net geen eeuw oud lied van Samuel Steinberg en Nellie Cashman, dat door Sammy Cahn van een Engelse tekst voorzien werd en in die vorm een grote hit werd voor The Andrews Sisters. Maar dit allemaal terzijde…

De ingrediënten waarmee het nieuwe kwintet aan de slag gaat, verschillen in feite niet zo heel veel van wat de Yeux Noirs destijds deden: je zit nog altijd in Balkan- en zigeunersferen en de energie, die zo tekenend was toen, is er ook vandaag nog altijd, mede opgewekt door redelijk wat rockinvloeden. De viool leidt de dans, de hele plaat lang en dat is nauwelijks verbazingwekkend: Slabiak is een geweldige muzikant, die zowat alles uit de vier snaren van zijn viool geplukt en gestreken krijg, maar dat is niet het enige: hier staat ook een ritmesectie, die erg goed weet waar ze mee bezig is -de ritmes zijn, zoals dat hoort, bij momenten redelijk moeilijk te vatten voor onze West-Europese 4/4-oren, maar dat maakt het allemaal des te interessanter.

Naast één eigen compositie van Slabiak, het afsluitende en instrumentale “Josef Tanz”, bevat de plaat een elftal van Yiddische traditionele liederen als “Unter Dayne Vayse Shtern”, “A Glezele Lakhayim”, “Brontshele” of “Sheyn Vi Di Levone” en melodieën uit Servië (opener “Chelipe” en “Zvecansko Kolo”), Roemenië (“Hora Lui Buica”, Moldavië (“Opinca-Hora de Mana”) en Rusland (“Gene Roma”) Dat levert alles samen ruim vijftig minuten heel knappe muziek op, waar je je met plezier in laat onderdompelen: de ritmes zijn op zich een ontdekkingsreisje waard en het Yiddisch is voor ons, Nederlandstaligen redelijk begrijpelijk, zodat je, mits een kleine beetje moeite, al snel helemaal kunt opgaan in deze fijne plaat, die overigens, naar mijn zeer bescheiden mening twee wereldnummers bevat.

De Braziliaans geïnspireerde gitaarpartij van “Gene Roma” is adembenemend mooi en “Vi Zaynen Mayne Zibn Gite Yur” ofte “Waar zijn mijn zeven goeie jaren?” heeft alles om het tot radioculthit te schoppen en mocht De Nieuwe Snaar nog bestaan, ze waren vast al begonnen aan een bewerking ervan. Nu is het misschien iets voor Guido Belcanto? Broer Olivier Slabiak mag dan met “Blaubird” andere paden gekozen hebben, Eric en zijn kompanen leveren hier nog maar eens een proeve van hoogstaand vakmanschap af!

(Dani Heyvaert)


Artiest info
Website  
 

Label : Buda Musique
distr.: Xango

video